Deel 2. Vind de pijnplekken

Alleen hij verdient vrijheid en leven, die ze elke dag moet heroveren. ‘

Johann Wolfgang Goethe.

We hebben allemaal één of meer bijzondere pijnplekken. Een pijnplek is een overgevoeligheid die is ontstaan door momenten in onze vroegere of huidige relaties (incl. relaties met ouders, leerkrachten, broers, zussen, andere familieleden, vroegere partners), waarop een hechtingsbehoefte herhaaldelijk werd verwaarloosd, genegeerd of weggewimpeld, hetgeen er toe heeft geleid dat we wel eens de twee V’s voelen: emotionele verwaarlozing & verlatenheid.

Pijnplekken kunnen ook ontstaan in de huidige relatie door bijvoorbeeld grote veranderingen of crisis (bijvoorbeeld verlies van baan of gezondheid, komst kinderen, overlijden dierbaar persoon): situaties waarbij we bijzonder veel behoefte hebben aan steun van onze partner en die steun vervolgens uitblijft.

Vaak ontgaat ons de aanwezigheid van een pijnplek. We zijn ons meestal alleen bewust van onze secundaire reactie op irritatie: we stompen defensief af en trekken ons terug of we reageren met een boze uithaal. Terugtrekken en woede zijn de belangrijkste kenmerken van de duivelse dialogen en ze maskeren de emoties die centraal staan in onze kwetsbaarheid: verdriet, schaamte en bovenal: angst.

Hoe weet je dat een pijnplek wordt geraakt? Er zijn twee signalen:

  • Er treedt een plotselinge en radicale verandering op in de emotionele toon van het gesprek
  • De reactie lijkt buiten alle proporties te zijn in relatie tot dat wat er leek mis te gaan.

 Om pijnplekken te begrijpen moeten we de diepere emotie achter de gevoeligheid nader bekijken.

Wat gebeurt er als een pijnplek wordt geraakt? Stap voor stap:

 Stap 1: een hechtingssignaal eist onze aandacht op (bijvoorbeeld een afgewende blik, een kritische of ongeïnteresseerde toon) en ons hechtingssysteem treedt in werking: onze verlangens en onze angsten komen naar boven. Hechtingssignalen kunnen positief of negatief zijn en goede of slechte gevoelens opwekken. Een hechtingssignaal dat een pijnplek raakt, stelt een ‘ojee-alarm’ in werking. Je brein zegt: ‘er gebeurt iets vreemds, iets slechts, iets gevaarlijks’.

Stap 2: ons lichaam reageert. Denk aan uitdrukkingen als ‘mijn maag draaide zich om’ en ‘ik voelde me van binnen koud worden’. Door het beleven van een heftige emotie wordt ons lichaam in staat van paraatheid gebracht (de nog aanwezige oerinstincten vlucht-verstijf-vecht).

Stap 3: ons verstand (prefrontale cortex) reageert trager als ons emotionele brein (amygdala). Dus een fractie later dan ons emotionele brein al heeft gereageerd, gaat ons verstand de situatie alsnog nader bekijken en beoordelen of er acuut gevaar dreigt.

Stap 4: er volgt een beweging: naar onze partner toe of er juist vanaf, of tegen hem of haar in. Woede roept op tot vechten, slaan; schaamte roept op tot terugtrekken of verstoppen; angst doet ons vluchten of verstijven, en in extreme gevallen omdraaien en het gevecht aangaan. Deze reacties ontstaan in minder dan tweehonderdste van een seconde (dat is ongeveer de tijd die volgens wetenschappers nodig is om iemands emotie van zijn gezicht af te lezen).

Vragen en oefeningen

2.1. Haal een moment naar boven in je huidige relatie, waarop je ineens van je stuk was gebracht, toen een kleine reactie (of juist een gebrek aan reactie) je gevoel van veiligheid bij je partner plotseling aantastte, of waarop je je liet meeslepen in een reactie waarvan je wist dat die zou uitlopen op een duivelse dialoog.

2.2. Wat gebeurde er in jullie relatie?

2.3. Wat was voor jou de directe aanleiding die het gevoel van verlies van emotionele verbondenheid opriep?

2.4. Hoe voelde je je dat ene moment, vlak voordat je reageerde en boos werd of je als verlamd voelde?

2.5. Wat precies zei of deed je partner dat die reactie veroorzaakte?

2.6. Hoe reageerde je lichaam? (Bijvoorbeeld trillen, warm krijgen, koud worden, pijn in je keel/ hoofd , stokte je adem?)

2.7. Kunnen die lichamelijke gewaarwordingen je helpen om je ervaring te benoemen?

2.8. Wat zegt je brein over wat dat allemaal voorstelt?

2.9. Wat zeg je tegen jezelf als dat gebeurt?

2.10. Wat deed je toen?

2.11. Probeer alle elementen eens samen te brengen door de lege plekken in de volgende zinnen in te vullen:

In dit incident was de directe aanleiding voor mijn pijnervaring……………………………… Aan de buitenkant leek het alsof ik …………………………….., maar diep van binnen voelde ik alleen maar …………………………….. (noem hier één van de fundamentele negatieve emoties: verdriet, woede, schaamte, angst). Ik verlang naar ………………………………….. De voornaamste boodschap die ik oppikte over onze band, over mezelf en mijn partner was…………………………………………………………………………………………………….

2.12. Hoe zie je je pijnplek in dit incident?

2.13. Is de pijnplek die hierboven wordt genoemd de enige voor jou in deze relatie of zijn er meer?

De oorsprong van je pijnplek ontdekken

2.14. Is de pijnplek ontstaan in je relatie met je ouders, je broers en zussen?

2.15. In een eerdere liefdesrelatie of anders in de relatie met vrienden of vriendinnen met wie je bent opgegroeid?

2.16. Is het een gevoelige plek die in je huidige relatie is ontstaan?

2.17. Denk je dat jouw partner die pijnlijke kwetsbaarheid in jou herkent of ziet hij/zij alleen de buitenkant van je gevoelens en je reactie?

2.18. Heb je een vermoeden wat een van de pijnplekken van je partner zou kunnen zijn?

Weet je precies wat je doet als je die pijnplek raakt?

Delen met je partner

Als een kind huilt, schieten we meestal direct te hulp. We troosten, knuffelen en stellen gerust. We reageren direct op dat noodsignaal. Kinderen vormen geen bedreiging voor ons en we accepteren direct dat ze kwetsbaar zijn en ons nodig hebben. Om de één of andere reden hebben we niet geleerd zo ook naar volwassenen te kijken. We worden als volwassenen geacht sterk en evenwichtig en onkwetsbaar te zijn. Daardoor deinzen we er voor terug om onze kwetsbare punten onder ogen te zien, laat staan dat we ze snel aan anderen tonen. We denken dat we minder aantrekkelijk zijn als we kwetsbaar zijn en daarnaast zijn we bang dat andere volwassenen, vooral die welke we normaal gesproken vertrouwen,  onze kwetsbaarheden op enig moment tegen ons gebruiken.

Soms pikken we de alarmsignalen van onze partner op, maar kiezen we ervoor om ze te negeren, om te wachten totdat die onzekere situatie weer voorbij is, omdat we niet goed weten wat we er mee aan moeten of hoe we ons daarbij moeten voelen. Deze belemmeringen staan een sterke en veilige verbinding tussen partners in de weg. We willen dat onze partner reageert op onze pijn (angst, woede, verdriet, schaamte), maar dat kunnen ze niet als we onze pijn niet tonen. En dat tonen vraagt om moed en een groot vertrouwen in je partner.

Kwetsbaarheid tonen, een goede opening kan zijn: ‘Ik vind het moeilijk om je dit te vertellen, maar…………………………….’.

Het bespreekbaar maken van kwetsbaarheden neemt de kwetsbaarheid an sich meestal niet weg: de kwetsbaarheid is een ingebouwd alarmsignaal dat afgaat zodra wij in onze relatie met dierbaren gevoelens ervaren als verlatenheid, verwaarlozing en angst voor verlies van verbondenheid. Sleutelemotie is angst. Registratie van angstervaringen worden middels sterke verbindingen opgeslagen in de amygdala (ons emotionele geheugen). Dat hele systeem is erop gericht om informatie tóe te voegen, níet om te verwijderen. Daarom kunnen zulke angstreacties zo hardnekkig aanwezig zijn. Toch geeft alleen al het praten met onze partner over onze diepe angsten en verlangens vaak een grote opluchting.

 Vervolg vragen en oefeningen

2.1. Denk beiden terug aan een keer dat je je gevoel van kwetsbaarheid met je partner deelde en je partner reageerde op een manier die jou hielp om je dicht bij hem of haar te voelen. Wat deed je partner precies wat nu net het verschil maakte?

2.2. Beschrijf nu beiden een andere gebeurtenis, waarbij jullie beiden voelden dat de verbinding weg was en jullie in een duivelse dialoog terecht kwamen. Wie stookte het emotionele vuurtje op of probeerde het te doven om heftige emoties te vermijden?

2.3. Bedenk een uitdrukking om te beschrijven hoe je gewoonlijk omgaat met kwetsbare gevoelens in moeilijke interacties met je partner, bijvoorbeeld: ‘ik versteen’, ‘ik bevries’, ‘ik zet mijn stekels op’, ‘ik verstop me’, enzovoorts.

2.4. Hoe hielp deze manier van omgaan met emoties de belangrijkste relaties in je leven (ouders, broers en zussen, eerdere partners, vrienden) intact te houden?

2.5. Bleef je bij de zojuist beschreven recente interactie met je partner bij je gevoelens aan de oppervlakte, of lukte het je uiteindelijk om ook diepere gevoelens te verkennen en te delen?

2.6. Scoor samen met je partner, op een schaal van 0 tot 10, hoe moeilijk het voor je was om over je kwetsbare emoties te praten?

2.7. En hoe moeilijk is dit nu, op dit moment, voor jou?

2.8. Kan je partner je op de één of andere manier helpen om die gevoelens beter te delen? (bedenk wel: je partner is ook maar een mens, we doen vaak ons best maar foutloos is niemand.)

2.9. Als je terugdenkt aan die interactie waarin jullie samen vastliepen, kunnen jullie dan beiden het signaal identificeren waardoor je je emotionele evenwicht verloor en je teruggeworpen werd in een pijnlijke onzekerheid? Probeer dat als feit door te geven aan je partner, zonder het als een verwijt te laten klinken. Dus niet in termen als ‘door jouw gedrag raakte ik van slag’, maar in bewoordingen als ‘als ik kijk naar hoe ik me toen voelde, dan voelde ik me eenzaam, terzijde geschoven, genegeerd, gefrustreerd, hulpeloos, bang, geraakt, hopeloos, op mijn hoede, geïntimideerd, bedreigd, afgewezen, waardeloos, mislukt, geïsoleerd, geschokt, verward, ongewenst, kwetsbaar, klein en onbetekenend, onzichtbaar, enzovoorts.’

2.10. Wat zou het meest rampzalige resultaat kunnen zijn dat zou kunnen gebeuren als je je gevoeligheden met je partner zou delen? Vul onderstaande tekst verder in:

Als ik eraan denk dat ik mijn meest kwetsbare gevoelens nu met je zou delen, dan vind ik dat moeilijk. Ik verbeeld me dat het ergste wat zou kunnen gebeuren is dat …………………………

……………………………………………………………………………………………………………

2.11. Kun je je partner vragen hoe hij of zij zich voelt als je deze gevoelens met hem of haar deelt?

2.12. Hoe kan hij of zij je helpen om je veilig genoeg te voelen om dit te delen?.13. Wat voor gevolgen denken jullie dat dit delen kan hebben voor jullie relatie?

2.14. Ga terug naar jullie recent gebeurde interactie waarin jullie samen vastliepen: kunnen jullie samen een nieuwe versie verzinnen van die moeilijke interactie, waarbij eventuele andere gedragingen een andere uitkomst zouden hebben veroorzaakt?

2.15. Kunnen jullie om beurten beschrijven wat jullie eigen passen waren in deze dans (bijvoorbeeld ‘ik sloot me af’) en de oppervlakkige, voor jullie beiden zichtbare gevoelens benoemen (bijvoorbeeld ‘ik voelde me ongemakkelijk en gespannen, alsof ik weg wilde lopen. Ik voelde me bekritiseerd’).

Ik bewoog me in de dans door te …………………… en ik voelde me ………………………..

2.16

Probeer nu eens om het specifieke hechtingssignaal te benoemen dat de heftige emoties losmaakte die je hierboven hebt beschreven.

Toen ik hoorde/zag/voelde dat………………………….. voelde ik me ……………………….

(houd het bij eenvoudige en concrete bewoordingen).

 Tot slot

 Als we vastlopen in ons patroon en ik ……………………………….. (noem hier een handeling, bijvoorbeeld ‘aandring’, ‘dichtklap’, enzovoorts.), dan voel ik …………………………… (emotie aan de oppervlakte). Het emotioneel signaal dat maakt dat ik de verbinding verloren voel gaan, is als ik zie/hoor/voel ………………………………. (beschrijf het hechtingssignaal). Op een dieper niveau voel ik …………………………………………………………………………………………..

Het zal zeker voorkomen dat signalen worden gemist omdat we nu eenmaal niet constant perfect op elkaar zijn afgestemd. Waar het om gaat is dat je pijnplekken herkent en er op een manier mee omgaat dat je niet in een negatief patroon verzeild raakt.